Kenmerken
Hodgkinlymfoom (HL) is een bloedkanker die een type witte bloedcellen aantast dat B-lymfocyten wordt genoemd. In normale omstandigheden produceren deze B-lymfocyten antilichamen tegen virussen, bacteriën, kankercellen en andere vreemde indringers. Klassieke HL (cHL) is de meest voorkomende vorm van HL en maakt 90-95% van alle gevallen uit. De kankerachtige lymfocyten in cHL patiënten worden Reed-Sternberg cellen genoemd en zien er onder de microscoop bijzonder uit.
cHL kan zich overal in het lymfestelsel ontwikkelen, maar wordt meestal zichtbaar in de lymfeklieren in de hals. cHL kan zich op elke leeftijd ontwikkelen, maar treft vooral mensen tussen de 20 en 40 jaar en mensen ouder dan 75 jaar. Daarnaast komt cHL iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. In 2021 werden in België ongeveer 340 patiënten gediagnosticeerd met cHL.
Bij de meeste patiënten is de oorzaak van cHL onbekend. Het risico op cHL is echter verhoogd bij mensen met een medische aandoening die het immuunsysteem verzwakt, bij mensen die immunosuppressieve medicatie nemen en bij mensen die besmet zijn met het Epstein-Barr virus. Daarnaast is het risico op cHL ook hoger wanneer u een eerstegraads familielid (d.w.z. ouder, broer of zus of kind) heeft die deze aandoening heeft.
Symptomen
Het meest voorkomende symptoom van cHL is een zwelling van de lymfeklieren. Deze gezwollen lymfeklieren kunnen in elk deel van het lichaam ontstaan, maar komen meestal voor in de nek, oksel of lies. In de meeste gevallen zijn deze gezwollen lymfeklieren pijnloos. Bij sommige mensen doen deze knobbels echter wel pijn, vooral na het drinken van alcohol.
Andere veel voorkomende symptomen van cHL zijn hevig zweten (vooral 's nachts), het krijgen van koorts zonder duidelijke oorzaak, (ernstige) jeuk en onverklaarbaar gewichtsverlies over een korte periode. Bij cHL patiënten met betrokkenheid bij het beenmerg kan een verstoorde bloedcelproductie leiden tot kortademigheid en vermoeidheid, een verhoogd risico op infecties en een neiging tot bloeden of gemakkelijk blauwe plekken krijgen.
Afhankelijk van de locatie van de vergrote klieren kunnen patiënten ook andere symptomen ervaren. Als bijvoorbeeld de lymfeklieren in de buik zijn aangetast, kunnen patiënten last hebben van buikpijn of indigestie.
Diagnostische tests
Het diagnostische proces voor cHL begint met een lichamelijk onderzoek, waarbij de arts lymfeklieren en andere delen van het lichaam palpeert om te controleren op zwelling. De arts beoordeelt ook de medische voorgeschiedenis van de patiënt om een beter inzicht te krijgen in de algemene gezondheidstoestand en eventuele risicofactoren. Als een cHL wordt vermoed, wordt een lymfeklierbiopsie uitgevoerd om een definitieve diagnose te stellen. Dit is een eenvoudige procedure waarbij een lymfeklier geheel of gedeeltelijk uit het lichaam wordt verwijderd en naar het laboratorium wordt gestuurd voor een microscopische evaluatie. Als deze analyse de aanwezigheid van Reed-Sternbergcellen aantoont, kunnen aanvullende tests worden uitgevoerd om te beoordelen hoe ver de kanker is uitgezaaid. Dit omvat bloedonderzoek en beeldvormend onderzoek om te zoeken naar tekenen van cHL in andere delen van uw lichaam (röntgenfoto's, CT, PET, MRI, echografie). Bij sommige patiënten kan ook een beenmergbiopsie worden uitgevoerd.
Behandelingen
cHL is een relatief agressieve vorm van kanker en kan zich snel door het hele lichaam verspreiden. De behandeling van cHL is echter meestal zeer succesvol en de meerderheid van de patiënten kan genezen. Welke behandeling wordt toegepast, hangt af van het stadium van de ziekte, de algehele gezondheidstoestand van de patiënt en zijn/haar voorkeur.
De belangrijkste behandeling voor patiënten met cHL bestaat uit chemotherapie (ABVD), alleen of gevolgd door radiotherapie. Voor sommige patiënten (in een vroeg stadium) kan radiotherapie de enige vereiste behandeling zijn.
Voor patiënten die niet reageren op hun eerstelijnstherapie (refractair), of wanneer de ziekte terugkomt (recidief), kan een stamceltransplantatie worden overwogen. Voor patiënten met recidief/refractaire ziekte die geen stamceltransplantatie kunnen ondergaan, kan een antilichaam-drugconjugaat (brentuximab vedotin) of een immuuncheckpointremmer (nivolumab, pembrolizumab) worden gebruikt.
Ik wil graag informatie verstrekken om de inhoud van deze pagina te verbeteren.